Gedwongen samen blijven wonen?
Het huizentekort is een groot probleem, dat is algemeen bekend. In geval van echtscheiding of uit elkaar gaan, is er tenminste één nieuw huis nodig. Dat is al moeilijk voor elkaar te krijgen, omdat er vrijwel geen betaalbare (huur)huizen beschikbaar zijn en de financiële situatie er altijd op achteruit gaat bij een scheiding. Je hebt immers twee huishoudens te runnen in plaats van één, met een zelfde inkomen. Het afsluiten van een hypotheek is daardoor moeilijk. Het betalen van een hoge huur vaak ook.
Maar als ouders de zorg over de kinderen delen, dan ben je ook nog gebonden aan dezelfde woonplaats en woon je liefst in die plaats niet heel ver uit elkaar, zodat de kinderen in een zelfde omgeving kunnen blijven. Bovendien mag je zonder toestemming van de andere ouder niet eens heel ver weg gaan wonen met de kinderen.
Dat de woningmarkt ouders belemmert om te scheiden is dan ook zeker waar.
Maar als ze ouders besluiten om te gaan scheiden, omdat ze elkaar letterlijk het kot uitvechten, dan is het probleem nog groter. Wij zien in onze praktijk helaas ook zaken waarin de ouders niet veel anders kunnen dan ruziën. Dat is triest, maar wel de stand van zaken. De kinderen zitten bij deze ruzies. Er is geen ander huis beschikbaar. Nu dreigt uithuisplaatsing van de kinderen, omdat deze situatie niet in belang van de kinderen is. Zij zijn de dupe.
We kunnen de situatie op de huizenmarkt niet beïnvloeden. We kunnen wel (blijven) proberen om samen naar een passende oplossing voor scheidende ouders en vooral hun kinderen te zoeken.